Het Hoogheemraadschap van Rijnland kent aanvrager bijna 60.000 euro aan nadeelcompensatie toe wegens kustversterkingswerkzaamheden. Lees meer Rb. Den Haag 27 november 2018,.ECLI:NL:RBDHA:2018:14600.
Heeft betrokkene beroep ingesteld tegen een planschade- of nadeelcompensatiebesluit, dan kan de bestuursrechter de zaak voorleggen aan een eigen deskundige (StaB). Is de hoogte van de toegepaste kapitalisatiefactor in het geschil, dan zal de bestuursrechter snel geneigd zijn StaB te raadplegen. Zie onder meer ABRvS 30 mei 2012, ECLI:NL:RVS:2012:BW6926 nadeelcompensatie en ABRvS 15 juli 2015, ECLI:NL:RVS:2015:2225 planschade..
Kritische kanttekeningen Raad van State bij drempel nadeelcompensatie (#nadeelcompensatie)31/12/2018
De Raad van State plaatst kritische kanttekeningen bij de verhoging van de drempel van 2 naar 5% in de Omgevingswet.. Ten eerste wijkt de wetgever hiermee af van de algemene, nog niet in werking getreden nadeelcompensatieregeling in de Algemene wet bestuursrecht (titel 4.5 Awb). Ten tweede biedt de verhoging van de drempel van 2% (de huidige planschaderegeling) niet zozeer de voorspelbaarheid van het verzoek om nadeelcompensatie. Wel is duidelijk dat bereikt wordt dat verzoeken tot 5% waardevermindering niet worden vergoed. Lees verder het Advies van de Raad van State, W14.17.0918/IV, 22 december 2018.
Het Schadeschap luchthaven Schiphol verbeurt 38 dwangsommen wegens niet tijdig beslissen op bezwaren tegen besluiten op aanvragen. Opvallend zijn de verweren van het Schadeschap. De Afdeling stelt het Schadeschap in het ongelijk. Lees verder: ABRvS 19 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:4193).
Rijkswaterstaat heeft de beleidsregels nadeelcompensatie gewijzigd. De gewijzigde beleidsregels treden per 1 januari 2019 in werking. Lees verder: het besluit van de Minister Infrastructuur en Waterstaat van 11 december 2018, Stcr. 2018, nr. 66154.
Op 5 december 2018 heeft de Afdeling een interessante uitspraak gedaan inzake nadeelcompensatie. Daarbij gaat het om de vraag of de afsluiting van een inrit voor een tankstation voorzienbaar was, toen het tankstation besloot hierin te investeren. Ja, volgens de Minister. Wat valt mij op? De minister beoordeelt de voorzienbaarheid niet zelf. De kwestie wordt voorgelegd aan een externe deskundigencommissie. erwijl het vaste rechtspraak is dat voorzienbaarheid geen specialistische kennis vereist. De adviescommissie is van oordeel dat het tankstation de afsluiting van de inrit had kunnen voorzien. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt afgewezen. In beroep en hoger beroep wordt de minister teruggefloten. Het blijkt dat geen sprake was van voorzienbaarheid. De minister moet de zaak opnieuw beoordelen. Hoezo finale geschillenbeslechting? Zie verder: ABRvS 5 december 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3938.
De Afdeling heeft te kennen gegeven niet meer een vergoeding van 75 euro per uur te hanteren. Dat is het forfaitair tarief dat men veelal aantreft in de Afdelingsrechtspraak bij deskundigenvergoeding in bezwaar en (hoger) beroep. Het Besluit tarieven in strafzaken 2003 schrijft een uurtarief van 121,95 euro voor. Er is dus geen rechtvaardiging voor het forfaitair tarief van 75 euro per uur. Dit is ook van belang voor gemeenten en andere overheden. Zij (lees: de adviescommissies) hanteren regelmatig een tarief van 75 euro per uur onder verwijzing naar de Afdelingsrechtspraak.
Gemeente Emmen kent nadeelcompensatie toe met toepassing van de korting (#nadeelcompensatie)28/11/2018
De gemeente Emmen vergoedt de omzetschade van een tankstation wegens wegwerkzaamheden met toepassing van de korttingsmethode. Daarbij wordt een korting van 25% gehanteerd. De uiteindelijke schadevergoeding (nadeelcompensatie) bedraagt € 59.972,00 (ABRvS 21 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3802).
Geen rechtseenheid vergoeding advocaatkosten bij schadevergoedingszaken (#nadeelcompensatie)24/11/2018
De door de onteigende gemaakte advocaatkosten komen voor vergoeding in aanmerking, als sprake is van redelijke kosten. Wat vindt de rechter een redelijk uurtarief? De onteigeningsrechter vindt uurtarieven tussen 300 en 400 euro normaal. Dat is niet het geval in het bestuursrecht. De Afdeling acht een uurtarief van 175 euro redelijk bij nadeelcompensatie- en planschadezaken (zie bijv. ABRvS 22 mei 2013, ECLI:NL:RVS:2013:CA0670). Waarom? In ieder geval komt dit de rechtseenheid niet ten goede.
Wordt de aanvraag om nadeelcompensatie toegewezen, dan heeft de aanvrager ook recht op vergoeding van de door hem gemaakte deskundigenkosten. Dat geldt ook bij aanvragen om een tegemoetkoming in de planschade en is ook niet meer dan logisch. Vraagtekens worden gesteld bij het uurtarief. De Afdeling vindt een uurtarief van 75 euro redelijk. Is dit realistisch? Hoe verhoudt dit zich tot civiele rechter? De onteigeningsrechter hanteert hogere uurtarieven. Mogelijk kan dit worden opgepakt bij de implementatie van de Omgevingsweg. Lees verder de uitspraak van de Afdeling van 7 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3601).
De gemeente Emmen vergoedt de omzetschade van een tankstation op advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ). Het gaat om bijna zestigduizend euro aan nadeelcompensatie (.ABRvS 21 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3802)
De rechtspraak van de Afdeling kent vrij abstracte overwegingen, als het gaat om risicoaanvaarding bij planschade en nadeelcompensatie. Denk aan de formulering dat vanuit de positie van een redelijk denkende en handelende koper wordt bezien of hij rekening had kunnen houden met de kans dat de planologische situatie ter plaatse zou gaan veranderen in een voor hem ongunstige zin. Dat is een hele mond vol. Wat is een verandering in ongunstige zin? En hoe weet u of kunt u weten dat de planologische situatie in een voor u ongunstige zin zal gaan veranderen? Van u wordt verwacht hierover informatie in te winnen bij de gemeente. Mogelijk is sprake - aldus de rechtspraak - van een door de overheid gepubliceerd beleidsvoornemen. En dat voornemen hoeft geen formele status te hebben, aldus de Afdeling. In dat beleidsvoornemen staat mogelijk vermeld dat de situatie ter plaatse in een voor u ongunstige zin zal veranderen. Van u wordt vervolgens verwacht op de koopprijs af te dingen. Zo niet, dan wordt u actieve risicoaanvaarding tegengeworpen (de claim wordt afgewezen).Dergelijke formuleringen zijn standaard in de Afdelingsrechtspraak. Is dit een voorbeeld van klare taal van de Afdeling?
Deskundigenkosten planschade/nadeelcompensatie: klare taal van de Afdeling? (#nadeelcompensatie)12/11/2018
Deskundigenkosten komen bij afwijzing van de aanvraag niet voor vergoeding in aanmerking. Dat is ook logisch. Worden de kosten wel vergoed bij een toewijzing? Niet ter discussie staat dat het planschade- en het nadeelcompensatierecht complex is. Dat is de reden waarom gemeenten zich in de regel laten bijstaan door een externe deskundige. Van de aanvrager wordt echter verwacht geen bijstand in te schakelen. Deskundigenbijstand bij de indiening van de aanvraag acht de Afdeling niet noodzakelijk. Eventuele kosten komen dan ook niet voor vergoeding in aanmerking. Ook niet indien de aanvraag wordt toegewezen. Waarom? Is dit een voorbeeld van klare taal? Hoe verhoudt het niet vergoeden van de kosten zich tot de regel 'Wie eist, bewijst?'' Hoe zou de civiele rechter dit soort zaken beoordelen? Het is een optie dat de deskundigenvergoeding wordt meegenomen bij de implementatie van de Omgevingswet.
De civiele rechter beoordeelt regelmatig rechtszaken met betrekking tot schadeberekening. Blijkens www.rechtspraak.nl komt het onderwerp schadeberekening 1579 keer voor bij uitspraken door de civiele rechter. Dat is vele malen hoger dan bij de bestuursrechter (192). Overigens worden nadeelcompensatiezaken bij de bestuursrechter regelmatig door een meervoudige kamer gedaan. Maakt een civiele rechter deel uit van de meervoudige kamer? Een optie die ons bureau te overwegen waard acht.
Regelmatig doet de Afdeling uitspraken over voorzienbaarheid in de zin van actieve risicoaanvaarding. Een recente uitspraak is de Afdelingsuitspraak van 7 november 2018. Het gaat om de vraag of de gemeente Voorst terecht een drempel van 3% heeft gebruikt ter invulling van het normaal maatschappelijk risico. Volgens de benadeelde (eigenaar van een woning) is de drempel van 3% te hoog. Daarom pleit de benadeelde voor een drempel van 2%. Volgens de Afdeling is in deze zaak terecht een drempel van 3% gehanteerd. Tot zover is er niets aan de hand. Vervolgens stelt de Afdeling dat de benadeelde geen voorzienbaarheid in de zin van actieve risicoaanvaarding is tegengeworpen. In dat geval zou hij in het geheel geen planschadevergoeding hebben ontvangen. Ik vraag me af wat de bedoeling van deze opmerking is. Is dit wel of geen voorbeeld van klare taal? (ABRvS 7 november 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3601).
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |