De rechtbank Zeeland-West-Brabant bepaalt dat de overheid de schade van de ondernemer ten onrechte heeft vergoed met toepassing van de drempel. De drempel is in dit geval niet passend. De overheid had namelijk nagelaten de reconstructie van de weg aan te kondigen. Uiteindelijk moet de gehele schade met aftrek van een relatief lage korting worden vergoed (Rb. Zeeland-West-Brabant, 29 maart 2017,ECLI:NL:RBZWB:2017:1973).
Elke aanvraag om nadeelcompensatie is uniek. We vragen ons dan ook af of de toegezegde Handleiding nadeelcompensatie (toegezegd door de voormalige minister van Justitie en Veiligheid) toegevoegde waarde heeft. Te meer nu de invulling van het normaal maatschappelijk risico volop in beweging is. Denk aan De Wouwse Tol, Hollandse Burg en Merwedebrug. En niet vergeten het rechtersrecht. Ontwikkelingen die in de kiem gesmoord worden door concrete bindende normen vast te stellen. Nadeelcompensatieverzoeken vergen maatwerk.
Provincie Zeeland moet schade ondernemer vergoeden met toepassing van korting (#nadeelcompensatie)24/5/2017
Rechtbank Zeeland-West-Brabant draagt de Provincie Zeeland op de door de ondernemer geleden schade te vergoeden met toepassing van een korting. De door de Provincie Zeeland toegepaste drempel is in deze zaak geen geschikte methode, aldus de rechtbank (Rb. Zeeland-West-Brabant, 29 maart 2017, ECLI:NL:RBZWB:2017:1973).
Na De Wouwse Tol heeft de kostenstructuur en/of de verhouding tussen vaste en variabele kosten bij Rijkswaterstaat nimmer aanleiding gegeven tot het verlagen van de 15% omzetdrempel. De vraag is dan ook gerechtvaardigd wat het belang is van een gedifferentieerde drempel. Hoe dan ook: maatwerk staat voorop. Elke nadeelcompensatiezaak is uniek.
Steeds meer gemeenten zien af van de 15% omzetdrempel. Een voorbeeld hiervan is de gemeente Eindhoven. De gemeente Eindhoven was gebleken dat bij gebruik van deze drempel slechts in uitzonderlijke gevallen nadeelcompensatieclaims gehonoreerd worden. Dit doet geen recht aan het égalitébeginsel, aldus het college van Eindhoven (zie verder: het gemeenteblad van de gemeente Eindhoven d.d. 8 december 2015, met het raadsnummer 15R6600). Het beleid is hierop aangepast. Thans geldt in Eindhoven een drempel van 8%.
De Afdeling hanteert met enige regelmaat een forfaitair tarief van € 75 per uur ter vergoeding van de door de aanvrager om nadeelcompensatie/planschade gemaakte deskundigenkosten. Ten onrechte. Het Besluit proceskosten bestuursrecht en het Besluit tarieven strafzaken schrijft een uurtarief van € 116,09 per uur voor. Zie ook: de aangepaste nieuwsbrief van Langhout en Wiarda inzake deskundigenkosten.
Niet tijdig beslissen aanvraag planschade kost de gemeente Amsterdam geld #nadeelcompensatie17/5/2017
Niet tijdig beslissen op een aanvraag om nadeelcompensatie of planschade kan de gemeente geld kosten. Dit overkwam de gemeente Amsterdam. Verzoeker om een planschadevergoeding wachtte al maanden op een besluit. Op een gegeven moment stelt verzoeker de gemeente in gebreke. De gemeente blijft in gebreke. De gemeente is verzoeker een dwangsom van € 1260 verschuldigd. Verzoeker gaat in beroep. De rechtbank bepaalt dat de gemeente Amsterdam binnen twee weken een besluit moet nemen. Zo niet, dan is de gemeente aan verzoeker extra geld verschuldigd. Het gaat om een dwangsom van € 100 voor elke dag dat de gemeente in gebreke blijft. Het bedrag kan oplopen tot maximaal € 15.000 (Rb. Amsterdam 31 maart 2017,ECLI:NL:RBAMS:2017:3097).
Nee. Ten eerste ligt het normaal maatschappelijk risico bij planschade veel lager dan bij nadeelcompensatie. In het planschaderecht wordt gewerkt met drempels van 2% tot 5%. Drempels die veelal niet worden gehanteerd bij nadeelcompensatiezaken. In die situaties wordt regelmatig gewerkt met een drempel van 15%. Ten tweede de bestuursrechtelijke rechtsbescherming. Bij planschade kan de woningeigenaar altijd de eenvoudige, goedkope route van bezwaar en beroep volgen. Dat kan de ondernemer veelal niet. Met name niet als het gaat om gemeentelijke werkzaamheden. De burgerlijke rechter is dan vaak de enige optie.
Waren de werkzaamheden ten tijde van de investering voorzienbaar, dan kan de ondernemer geen aanspraak maken op nadeelcompensatie. Illustratief is de uitspraak van de rechtbank Limburg. De franchisenemer verzoekt de overheid om nadeelcompensatie als gevolg van de slechte bereikbaarheid van zijn supermarkt in de zomer van 2015. De overheid wijst het verzoek af. De tijdelijke afsluiting van de kom van Ysselsteyn was ten tijde van de investeringsbeslissing voorzienbaar en daarom dient de schade voor rekening en risico van verzoeker te blijven. De franchisenemer is het hier niet mee eens en stelt beroep in. De rechtbank stelt de overheid in het gelijk. De gemeenteraad had op dat moment al haar goedkeuring over het project bij een openbaar gemaakte structuurvisie uitgesproken. De franchisenemer had dus rekening kunnen houden met de reconstructie van de kom Ysselsteyn en de hieruit voortvloeiende omzetderving (Rb. Limburg 10 april 2017, ECLI:NL:RBLIM:2017:3193).
In bezwaar en beroep kan de verzoeker om nadeelcompensatie zich laten bijstaan door een financieel deskundige (bijvoorbeeld een accountant). Uiteraard brengt dit kosten met zich. De verzoeker kan aanspraak maken op een vergoeding hiervan. Niet alle daadwerkelijk gemaakte kosten worden echter vergoed. Voor de vergoeding wordt aangesloten bij de tarieven als bedoeld in het Besluit tarieven in strafzaken (artikel 6).
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |