Lijdt een ondernemer veel omzetschade door wegwerkzaamheden, dan kan hij deze verhalen op de overheid. Hoe meer omzetschade, des te eerder de ondernemer aanspraak kan maken op nadeelcompensatie. Hoeveel omzet de ondernemer heeft gederfd, hangt samen met de inschatting van de omzet die de ondernemer redelijkerwijs zou hebben behaald waarbij de schadeveroorzakende werkzaamheden worden weggedacht (= de normomzet). De juiste vaststelling van de normomzet is van cruciaal belang. Met name als de overheid werkt met de omzetdrempelmethode.
Mogelijk lijdt een ondernemer permanent omzetschade. Een voorbeeld hiervan is het Hotel-Restaurant te Bodegraven. Als gevolg van een bestemmingsplanwijziging wordt een nieuwe Rijksweg aangelegd en is het Hotel-Restaurant structureel verminderd bereikbaar. In eerste instantie wijst de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk het verzoek om planschadevergoeding in navolging van het advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken af. Het Hotel-Restaurant tekent hiertegen hoger beroep aan en de schade ad € 113.250,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2002 moet alsnog door de gemeente worden vergoed (ABRvS 1 oktober 2014, ECLI:NL:RVS:2014:3553).
Of de ondernemer aanspraak maakt op schadevergoeding (nadeelcompensatie), hangt met name af van de vraag wat het effect van de wegwerkzaamheden op de bedrijfsvoering is. Daarbij is het niet zozeer van belang of de gemeente het werk tijdig heeft aangekondigd of het werk in fasen is uitgevoerd. Dit getuigt weliswaar van behoorlijk bestuur, maar desondanks kan de ondernemer zodanig onevenredig zwaar zijn getroffen dat de schade redelijkerwijs niet ten laste van de ondernemer dient te blijven.
Wanneer eindigt de schadeperiode? Overheidsadviseurs gaan er regelmatig van uit dat de schadeperiode eindigt op het moment waarop de wegwerkzaamheden zijn beëindigd. Een misverstand. Mogelijk lijdt de ondernemer vervolgschade. Dat is met name het geval als het bedrijf niet beschikt over een monopolie positie en zijn klanten tijdens de verminderde bereikbaarheid van het bedrijfspand gedurende het werk zijn overgelopen naar de concurrent en niet meer terugkomen. Dit wordt ook wel naijlschade genoemd. Ook deze schade kan voor nadeelcompensatie in aanmerking komen (ABRvS 3 juni 2015, ECLI:NL:RVS:2015:1716).
Het is een misverstand in nadeelcompensatiezaken dat men de vraag of actieve risicoaanvaarding kan worden tegengeworpen, alleen beoordeelt aan de hand van het begrip ‘’Voorzienbaarheid’’. Zijn de wegwerkzaamheden voor de investering in de onderneming door overheid bekendgemaakt, dan wordt de aanvraag om nadeelcompensatie zonder meer wegens voorzienbaarheid afgewezen. Ten onrechte. Risicoaanvaarding hangt immers af van alle omstandigheden van het geval. Er zal dan ook mede moeten worden beoordeeld of sprake is van eigen schuld. Kan de ondernemer worden verweten de onderneming te hebben gestart, terwijl het werk reeds was aangekondigd? Mogelijk was het werk aangekondigd, maar wordt het werk geheel anders uitgevoerd dan in eerste instantie was gepland waardoor de ondernemer extra veel schade heeft geleden. Heef u vragen? Neem dan contact met ons op.
Nadeelcompensatie- en planschadezaken worden regelmatig over één kam geschoren. Ten onrechte. In nadeelcompensatiezaken gaat het om de vergelijking van de feitelijke situaties met en zonder bijvoorbeeld de wegwerkzaamheden. Dit geldt niet bij planschadezaken. In dat soort zaken gaat om een planologische vergelijking (ABRvS 9 april 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1198).
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |