Degene die schade lijdt als gevolg van wegwerkzaamheden of een verkeersbesluit dient het verzoek om schadevergoeding (nadeelcompensatie) tijdig in te dienen. Wordt het verzoek niet tijdig ingediend, dan loopt de benadeelde het risico dat zijn verzoek wordt afgewezen. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling van 18 juni 2014. In deze zaak gaat het om het volgende. Benadeelde heeft schade geleden als gevolg van het vervallen van de aansluiting Zevenhuizen op de Rijksweg A12. Op 18 december 2012 verzoekt hij de Minister van Infrastructuur en Milieu om nadeelcompensatie. Het verzoek wordt afgewezen, omdat het verzoek niet tijdig is ingediend. Het verzoek is namelijk niet ingediend binnen de voorgeschreven termijn van vijf jaar (= verjaringstermijn). De Afdeling oordeelt in hoger beroep dat de Minister het verzoek terecht heeft mogen afwijzen wegens het verstrijken van de verjaringstermijn van vijf jaar (ABRvS 18 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2245).
Rijkswaterstaat en diverse gemeenten hanteren een standaard omzetdrempel van 15% ter beoordeling van de vraag of de ondernemer die schade heeft geleden wegens wegwerkzaamheden recht heeft op schade (nadeelcompensatie). Komt de geleden schade boven deze drempel uit, dan bestaat er aanleiding voor nadeelcompensatie en zo niet, dan wordt de claim afgewezen. Dit laatste was het geval in de zaak van het wegrestaurant/hotel De Wouwse Tol. De Wouwse Tol was tijdelijk verminderd bereikbaar wegens op zich normale onderhoudswerkzaamheden aan de snelwegen A4, A17 en A58. De schadeclaim werd afgewezen door de Minister van Infrastructuur en Milieu, nu de omzet onder de 15% drempel was gebleven. De Wouwse Tol was het hier niet mee eens. In hoger beroep laat de Wouwse Tol aan de hand van cijfers van het Centraal Bureau Statistiek zien dat een omzetdaling van 15% bij een tankstation geheel anders uitpakt dan bij een wegrestaurant. Daarom pleit hij ervoor om in zijn geval een lager percentage dan 15% te hanteren. De Afdeling geeft hem gelijk en is van oordeel dat een vast omzetdrempelpercentage wegens de verschillende kostenstructuren niet gerechtvaardigd is. De Minister krijgt de opdracht de schade alsnog te vergoeden met toepassing van een percentage van 10%. Dit is het percentage dat De Wouwse Tol zelf heeft voorgesteld (ABRvS 28 mei 2014, ECLI:NL:RVS:1868)
Niet alleen wegwerkzaamheden, maar ook het intrekken van een vergunning kan tot schadevergoeding (nadeelcompensatie) leiden. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling van 4 juni 2014. De eigenaar van een snackwagen is houder van een standplaatsvergunning. Het is een vergunning voor het mogen plaatsen van de snackwagen op de markt van Winterswijk. De markt wordt heringericht en de snackwagen is zodanig ontsierend dat de gemeente Winterswijk besluit de vergunning in te trekken. De exploitant van de snackwagen die de wagen moet verwijderen, lijdt hierdoor inkomensschade en vordert nadeelcompensatie. Uiteindelijk wordt hem een bedrag ad € 40.000,00 toegekend (ABRvS 4 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1987).
Verminderde bereikbaarheid als gevolg van het project Stationsgebied Utrecht kan leiden tot schade. De benadeelde ondernemer kan onder bepaalde voorwaarden de gemeente Utrecht verzoeken om vergoeding van schade (nadeelcompensatie). De benadeelde dient het verzoek om nadeelcompensatie zo goed mogelijk te onderbouwen. Dat is logisch. Het is de ondernemer die graag zijn verzoek gehonoreerd wil zien. Verder stelt een goed onderbouwd verzoek de gemeente in staat te beoordelen of de benadeelde wel of geen recht heeft op schadevergoeding. Is aannemelijk gemaakt dat de schade aan de werkzaamheden is toe te rekenen (het vereiste van causaal verband), dan dient door de gemeente beoordeeld te worden of de schade het normaal maatschappelijk risico overstijgt. De gemeente maakt hierbij gebruik van de 15% omzetdrempelmethode. Uit de rechtspraak blijkt dat een standaardpercentage van 15% niet zonder meer mag worden gehanteerd. Per geval dient te worden bekeken of een drempelpercentage van 15% gerechtvaardigd is. Daarbij dient de gemeente tevens acht te slaan op hetgeen de ondernemer heeft aangevoerd. Wordt het drempelpercentage niet dan wel onvoldoende gemotiveerd, dan loopt de gemeente kans dat het besluit in beroep wordt vernietigd en zo mogelijk dat de schade alsnog moet worden vergoed. Verwezen wordt naar de einduitspraak van de Afdeling inzake De Wouwse Tol (ABRvS 28 mei 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1868).
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |