Infrastructurele werkzaamheden en verkeersmaatregelen zijn in de nadeelcompensatiepraktijk de meest voorkomende schadeoorzaken. Zo blijkt uit het Groot Hinderonderzoek van 2010 dat veel detaillisten hinder en schade ondervonden als gevolg van wegwerkzaamheden. De verminderde bereikbaarheid van de winkels tijdens de werkzaamheden leidde bij sommigen zelfs tot een omzetdaling van 40 tot 50%. Hinder en schade kunnen zich ook voordoen tijdens grote evenementen. Een voorbeeld hiervan is de Nuclear Security Summit (NSS). Tijdens de NSS die op 24 en 25 maart 2014 in Den Haag plaats vindt, worden vele verkeers- en veiligheidsmaatregelen genomen. Dit brengt niet alleen ernstige verkeershinder voor de weggebruikers met zich, maar heeft ook ingrijpende gevolgen voor de bereikbaarheid van het bedrijfsleven in Den Haag en de Randstad (zie ook de website van MKB: www.mkb.nl/index.php?pageID=4&messageID=9592) En dat niet alleen. Sommige bedrijven, zoals de horecazaken in Scheveningen, hebben zelfs geen toegang tot hun zaak. Met mogelijk grote omzetverliezen als gevolg.
Waar ligt de grens tussen het normaal en het niet normaal maatschappelijk risico? Welke schade komt voor vergoeding (nadeelcompensatie) in aanmerking? En wie bepaalt waar de grens ligt? De laatste vraag is eenvoudig te beantwoorden: de overheid zelf. Zo heeft de gemeente Vlissingen gekozen voor de kortingsmethode. Heeft een ondernemer schade geleden door de herinrichting van de binnenstad van Vlissingen, dan wordt de schade vergoed met aftrek van een korting van 25%. Mits uiteraard voldaan is aan de overige voorwaarden voor schadevergoeding (bijv. het causaal verband). Kortingspercentages tussen 15% en 25% zijn gebruikelijk. Hogere percentages zijn toegestaan, mits het percentage redelijk en goed gemotiveerd is. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling van 29 januari 2014. In deze zaak werd een korting van 30% gehanteerd. Het relatief hoge percentage van 30% werd door de Afdeling geaccepteerd, omdat reeds jaren bekend was dat de (niet-frequente) onderhoudswerkzaamheden zouden gaan plaatsvinden. De benadeelde (de exploitante van een poffertjeskraam) had dus genoeg tijd om hierop anticiperen en schade beperkende maatregelen te nemen (ABRvS 29 januari 2014, nr. 201207444/1/A2). .
Heeft een ondernemer omzetschade geleden door wegwerkzaamheden, dan dient hij aan te tonen dat de omzetdaling het gevolg is van die wegwerkzaamheden. Is de omzetdaling mede het gevolg van andere oorzaken, bijv. de economische recessie of veranderde brancheomstandigheden, dan dient hij inzichtelijk te maken welke deel van de omzetdaling aan de wegwerkzaamheden is toe te rekenen. Laat hij dit na, dan loopt hij het risico dat het verzoek om nadeelcompensatie wordt afgewezen. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling van 27 maart 2013 (ABRvS 27 maart 2013, ECLI:NL:RVS:BZ7445). De exploitant van een meubelwinkel betoogde in hoger beroep dat de gemeente Venlo (lees: het college) ten onrechte zijn verzoek om nadeelcompensatie had afgewezen. De Afdeling stelde de exploitant in het ongelijk. De omzetdaling was namelijk mogelijk mede aan andere schadeoorzaken te wijten, zoals de economische recessie en het feit dat minder besteed wordt aan meubels en lampen (luxe goederen). De exploitant had verzuimd inzichtelijk te maken of en zo ja, welk deel van de omzetdaling aan het verkeersbesluit is toe te rekenen. Het is dan ook aan te bevelen om u te laten bijstaan bij het indienen van een aanvraag om nadeelcompensatie. Ondernemers lijden regelmatig schade als gevolg van verminderde bereikbaarheid door wegwerkzaamheden of verkeersbesluiten waarbij de weg wordt afgesloten. Wil de ondernemer aanspraak maken op schadevergoeding (nadeelcompensatie) dan dient hij aan te tonen dat de wegwerkzaamheden hebben geleid tot schade (het causaal verband). In de praktijk wordt het causaal verband geacht aanwezig te zijn als de omzet direct na aanvang van de wegwerkzaamheden daalt (de zgn. trendbreuk). Geen trendbreuk? Dan wordt het causaal verband in de rechtspraktijk geacht te ontbreken (Rb. Noord-Nederland 12 juni 2013, ECLI:NL:RBNNE:2013:CA3523). Ten onrechte. Een voorbeeld uit de rechtspraktijk (ABRvS 11 april 2007, ECLI:NL:RVS:BA2662). Een kinderkledingwinkel diende een verzoek om nadeelcompensatie in bij de gemeente Boskoop. In navolging van het advies van de adviescommissie werd het verzoek afgewezen. Waarom? De omzet daalde niet na aanvang van de wegwerkzaamheden in januari. In hoger beroep voerde de ondernemer aan dat zijn gebruikelijke omzetpiek zich in het voor- en najaar voordoet. De omzet was dan ook niet in januari gedaald, maar pas in het voorjaar. De hoogste bestuursrechter (de Afdeling) ging hierin mee en gaf de gemeente de opdracht zijn huiswerk over nieuw te doen. Het gaat hier dus fout door de schade één op één te koppelen aan de omzetgegevens. Laat u zich adviseren alvorens een claim in te dienen; er is namelijk een oplossing voorhanden. Dit voorkomt mogelijk een ten onrechte afgewezen verzoek.
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |