Werkzaamheden aan de weg kunnen leiden tot schade. Probeer de schade zoveel mogelijk te beperken. Raadpleeg de website Informatiepunt bij omzetverlies (http://www.omzetverlies.nl/). Na de afronding van het werk kunt u aanspraak maken op schadevergoeding (= nadeelcompensatie).
Niet de overheid, maar de bestuursrechter heeft een voortrekkersrol bij nadeelcompensatiegeschillen. Een voorbeeld hiervan is de uitspraak van de Afdeling inzake het wegrestaurant De Wouwse Tol. De overheid weigerde de schade van het wegrestaurant als gevolg van het wegonderhoud te vergoeden. Dit omdat de schade niet boven de 15% omzetdrempel uitkwam. De omzetdrempel pakte in dit geval onredelijk uit. De Afdeling bepaalt dat de schade alsnog vergoed moet worden. Andere voorbeelden zijn de uitspraken van de Afdeling inzake de Hollandse Brug en de bloemenwinkel te Zoetermeer. Ook in die gevallen bepaalt de Afdeling dat de schade die in eerste instantie door de overheid was geweigerd, alsnog vergoed diende te worden.
Infrastructurele werkzaamheden door of in opdracht van de overheid kunnen leiden tot schade. Ontstaat er een nadeelcompensatiegeschil, dan is het de vraag aan wie het geschil kan worden voorgelegd: de bestuursrechter of de burgerlijke rechter. De burgerlijke rechtsingang heeft veel nadelen vergeleken met de gang naar de bestuursrechter. Voor bedrijven hangt het in feite van het toeval af welke rechtsingang zij moeten volgen. Dit leidt tot een ongelijke rechtspositie. Opgeroepen wordt daarom nadeelcompensatie in een verordening of beleidsregel te regelen. Dan is namelijk gegarandeerd dat geschillen hierover bij de juiste, gespecialiseerde rechter terechtkomen, te weten de bestuursrechter.
De Vereniging Stop Awacs Overlast verzoekt om nadeelcompensatie als gevolg van overlast van vliegtuigen die gebruik maken van de vliegbasis Teveren-Geilenkirchen. Het verzoek wordt niet beoordeeld. Ook niet nadat de vereniging hiertegen bezwaar aantekent. In hoger beroep krijgt de vereniging haar gelijk. De overheid moet het verzoek wel inhoudelijk beoordelen (ABRvS 13 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:963).
De 15% omzetdrempel bij wegwerkzaamheden is een te hoge drempel, aldus de Federatie Ondernemersverenigingen Eindhoven. Het percentage is zo hoog dat alleen in zeer uitzonderlijke gevallen nadeelcompensatieverzoeken gehonoreerd worden. De ondernemersvereniging heeft hierover zijn beklag gedaan bij de gemeente Eindhoven. Met succes. De gemeente heeft haar beleid aangepast door de drempel te verlagen naar 8%.
Rijkswaterstaat werkt met een nieuw soort omzetdrempel. Bedraagt het omzetverlies 15% of meer, dan wordt de gehele schade vergoed minus een korting (Beleidsregel nadeelcompensatie Infrastructuur en Milieu 2014). Dit is een andere methode dan voorheen. Toen werd alleen de schade die boven de drempel uitkwam, vergoed. Uit onderzoek blijkt dat de schade een aantal keren is vergoed met aftrek van een korting. De korting varieerde van 15% tot 54%.
Een aanvraag om nadeelcompensatie kan wegens kennelijke ongegrondheid worden afgewezen. Dat is het geval als evident is dat de gestelde schade niet aan de overheid is te wijten. De inschakeling van een externe adviescommissie kan in dat soort situaties achterwege blijven (ABRvS 16 maart 2016, ECLI:NL:RVS:2016:729).
Het is van belang dat de omzetschade op de meest zuivere en betrouwbare manier wordt berekend. Hoger de omzetschade, des te eerder de ondernemer aanspraak kan maken op schadevergoeding (nadeelcompensatie). De omzetschade moet niet te hoog en niet te laag te worden vastgesteld. De praktijk wijst uit dat de overheid (lees: de adviseur) de omzetschade regelmatig fors naar beneden vaststelt. Wellicht omdat er geen strakke regels voor de omzetschadeberekening zijn. Hopelijk komt de werkgroep onder leiding van prof. M.W. Scheltema binnenkort met regels over het berekenen van de omzetschade.
De nadeelcompensatieverordening van de gemeente Leiden kent als enige verordening een strakke en realistische beslistermijn. Is de burgemeester of het college het verantwoordelijke bestuursorgaan, dan geldt een beslistermijn van drie maanden. Gaat het om de gemeenteraad, dan dient binnen vier maanden beslist te worden op het verzoek om nadeelcompensatie. De meeste verordeningen kennen een veel langere beslistermijn met als gevolg dat de gedupeerde ondernemer lange tijd in rechtsonzekerheid verkeert. Wil de gemeente een verordening vaststellen? Volg het voorbeeld van de gemeente Leiden..
|
Archieven
Oktober 2020
Categories |